Château de Petite Somme
Een Korte GeschiedenisGeschiedenis van Château de Petite Somme
U kunt dagelijks een rondleiding krijgen in het kasteel van Petite Somme, nabij Durbuy. Hier kunt u meer lezen over de geschiedenis van het kasteel. De eerste vermeldingen van het kasteel dateren uit de 11de eeuw. In 1065 zou de toenmalige eigenaar van het kasteel, Gozelon de Montaigu, het landgoed van de abbij van Saint-Hubert hebben geplunderd. Toen hij was overleden, voelde zijn weduwe zich schuldig over de daden van haar overleden echtgenoot en doneerde het kasteel met kerk en vazallen aan de abdij Saint-Hubert. Het gehele gebied behoorde nu toe aan de bisschop van Luik. Later in diezelfde eeuw werd het kasteel gebruikt als een verdedigingswerk.
In het begin van de 14e eeuw, voegde Jean de Bohême een toren toe aan het kasteel. Het kasteel was inmiddels opgenomen in de verdedigingsstrategie van Noord-Luxemburg. Luxemburg had het kasteel verkregen dankzij een uitstaande schuld.
Vanaf die tijd werd het kasteeldorp ´Petite Somme´ genoemd, waarschijnlijk omdat het volgende dorp ´Grande Somme´ heette. Het originele kasteel bestaat niet meer. Het oorspronkelijke kasteel bestaat niet meer. Buiten de vierkante dertiende-eeuwse toren, sloopte Graaf Charles de Favereau alles wat als onderkomen voor de familie Hamal had gediend. Hij bouwde een landhuis van bakstenen op de oude fundamenten zonder een bepaalde stijl aan te houden. Het kasteel bleef het eigendom van de familie de Favereau tot 1877. Baron Victor Albert de Favereau was familie van Ghislaine Mlisonne de Lados (weduwe van Victor Rouscelot de Menil en Lucien Philip de Henin de Boussu), die een dochter had die Louise Marie Eulalie werd genoemd. Zij trouwde met Amable Alexis de Jourda, Graaf van Vaux, in 1861 en erfde het kasteel in 1877. De nieuwe eigenaars sloopten het bakstenen gebouw en de dertiende-eeuwse toren, die teveel vervallen was om nog te restaureren. Hierna werd het kasteel in 1888 in de stijl van de 13de eeuw herbouwd (neo vroeg-gotische ogivale -pointe- stijl). Alles wat er nog over is van de originele gebouwen, zijn een paar van de buitengebouwen en de puntige deur met de wapens van de familie Hamal en Grane. Hoewel het kasteel zijn prachtige aanzicht heeft behouden, zijn de meeste bomen gekapt.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikte de familie De Vaux het kasteel als een hospitaal om voor de gewonden te zorgen. De vijand brandde verschillende huizen in het dorp plat en de inwoners vonden onderdak in het kasteel. Sommige van de buitengebouwen werden ook platgebrand. Daarna staat de dochter van Charles de Jourda (en kleindochter van Noel de Jourda), die als non in een klooster in Luik leefde, toe dat haar zusters in het kasteel leven van 1942 tot 1944. Tijdens de slag van Von Rundstedt in de Tweede Wereldoorlog bezetten de Amerikaanse soldaten het kasteel. Gedurende die tijd sneuvelden er veel verzetsmensen die in de omgeving van het kasteel opereerden. De graaf stierf in 1946, waarna het kasteel met zijn 400 hectare bos werd verkocht. In 1948 speelde een groep filantropen uit het naburige Basse district met het idee om er een vakantiecentrum te beginnen en een kampeerplaats voor studenten en scholieren. Onder aanvoering van de burgermeester van Herstal (Jean Andrieu) en de burgermeester van Oupeye (Denis Deghaye), werd er een VZW (Vereniging Zonder Winstoogmerk) opgericht in 1949. Het initiatief bevatte een vakantieschool, een school voor geestelijk gehandicapten, een jeugdherberg, een kampeerterrein en een hotel-restaurant.
Nadat het initiatief failliet gegaan was, werd het in 1975 verkocht aan Serge Fransevitch, die eigenaar was van een makelaarskantoor in Brussel. Daarna bleef het 4–5 jaar ongebruikt en verviel het gebouw en werd het geplunderd. Het verkeerde in een verloederde staat toen het werd aangekocht door ISKCON (International Society for Krishna Consciousness). De leden van ISKCON zijn begonnen met het renoveren van het kasteel, een werk dat nog steeds aan de gang is.
ISKCON
Internationale Gemeenschap voor Krishna BewustzijnOpgericht in het Château de Petite Somme is een prachtig 19de eeuws kasteel in de Belgische Ardennen. Het landgoed is bijna 47 hectare groot en bestaat onder meer uit weilanden en bossen. In de gemeenschap leven ruim 100 mensen. Radhadesh is een non-profit organisatie (een a.s.b.l/v.z.w. of stichting) en wordt bestuurd door een algemene democratische raad. Het is het belangrijkste centrum van de Internationale Gemeenschap voor Krishna-bewustzijn in de Benelux.
Hindoeïsme
Het hindoeïsme is een overkoepelende term waarmee wordt verwezen naar de inheemse religieuze cultuur van India. De term ‘hindoeïsme’ is niet oorspronkelijk bedacht door de Indiërs zelf, maar is geïntroduceerd door de Perziërs, die met dit woord verwezen naar de cultuur van de mensen die aan de andere kant woonden van de Indus (een rivier in het huidige Pakistan). Het hindoeïsme had oorspronkelijk dus geen religieuze betekenis, en verwijst dus niet naar één specifieke religie, maar naar allerlei religies – met uiteenlopende opvatting – die oorspronkelijk uit India komen. Het Vaishnavisme over de hele wereld Het vaishnavisme, de traditie waartoe ISKCON behoort, is een belangrijke tak binnen het hindoeïsme. Vaishnava’s zijn toegewijden van Krishna (of van Zijn expansies). Er wordt geschat dat er wereldwijd ongeveer 560 miljoen vaishnava’s zijn. Van alle groeperingen in India heeft het vaishnavisme de meeste volgelingen. Er zijn ook veel soorten en maten vaishnava’s, met verschillende maten van toewijding.
De Indiase Renaissance in de 15de eeuw
De leringen en gebruiken van ISKCON werden onderwezen en gesystematiseerd door Sri Caitanya, een 15de eeuwse heilige en religieus hervormer. Sri Caitanya gaf een krachtige impuls voor een grootschalige devotionele beweging die was begonnen in zijn thuisprovincie Bengalen, maar die uiteindelijk door zijn toedoen door heel India werd verspreid. Als hervormer zette hij zich sterk in tegen sektarisme – met name binnen het kastesysteem. Hij zorgde ervoor dat er honderden boeken met uitleg over de filosofie werden samengesteld. Hij bevorderde het chanten van de heilige namen van God in de vorm van de maha-mantra om mensen te helpen een liefdevolle relatie met God te ontwikkelen. De volgelingen van Sri Caitanya staan ook wel bekend als gaudiya vaishnava´s. 19de eeuwse hervormers Bhaktisiddhanta Na Sri Caitanya is zijn werk voortgezet door vele Indiase geleerden, waaronder de theoloog Bhaktivinoda Thakura, die in de 19de eeuw het Krishna-bewustzijn bij het moderne publiek populariseerde. De zoon van Bhaktivinoda, Bhaktisiddhanta Saraswati, was de leraar van Srila Prabhupada en moedigde hem aan om het Krishna-bewustzijn naar de westerse wereld te brengen.
ISKCON
De stichter van ISKCON, A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada heeft de gemeenschap in 1966 opgericht. De meeste leden van ISKCON beoefenen hun geloof thuis en leven en werken in de maatschappij, waarbij ze de tempels bezoeken bij speciale gelegenheden zoals festivals of wekelijkse bijeenkomsten. De gemeenschap heeft vrijwel overal ter wereld centra en wijdt zich aan het verspreiden van spirituele cultuur.
In 1970 richtte Srila Prabhupada de GBC op om hem te helpen met het managen van ISKCON. De GBC houdt jaarlijks vergaderingen en geeft tot op de dag van vandaag algemeen advies aan de gemeenschap. De besluiten komen tot stand door democratisch te stemmen, in overleg met de plaatselijke bestuurders. Voor meer informatie over onze centra over de hele wereld kunt u kijken op www.iskcon.com.
Stichter van ISKCON
Srila PrabhupadaSrila Prabhupada (1896–1977) is de stichter-acarya van ISKCON. Srila Prabhupada was geboren in 1896 geboren in Calcutta, India. Hij ging naar Britse koloniale scholen en ging later scheikunde studeren aan de universiteit van Calcutta. In zijn studententijd werd hij een aanhanger van de onafhankelijkheidsbeweging van Gandhi. Om zijn steun te betuigen aan deze beweging droeg hij alleen wit handgeweven stof (dat geweven was in India) en weigerde zijn universiteitsdiploma te aanvaarden. Op 22 jarige leeftijd richtte hij een farmaceutisch bedrijfje op om zijn vrouw en kinderen te kunnen onderhouden. Hij ontmoette zijn spiritueel leraar (Bhaktisiddhanta Saraswati) in Calcutta in 1922, en in 1932 ontving Prabhupada initiatie van hem.
Missie
In 1936 vroeg Srila Prabhupada in een brief aan Bhaktisiddhanta of er iets in het bijzonder was wat hij voor hem kon doen. Het antwoord dat Srila Prabhupada hierop ontving, was: ‘Verspreid het Krishna-bewustzijn over de hele Engelstalige wereld.’ Dit was de laatste instructie die hij van zijn spiritueel leraar kreeg, aangezien Bhaktisiddhanta kort hierna overleed. Deze instructie maakte een diepe indruk op Srila Prabhupada en vormde zijn leven. Srila Prabhupada schreef vervolgens een Engelstalig commentaar op de Bhagavad-gita en hielp Bhaktisiddhanta’s missie (de Gaudiya Matha). In 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, begon Srila Prabhupada met het Engelstalige tijdschrift Back to Godhead. Hij deed alles helemaal zelf: schrijven, redactiewerk, lay-out en de verkoop. In 1950 ging Srila Prabhupada met pensioen om meer tijd te kunnen besteden aan het bestuderen van de geschriften en zijn schrijfwerk.
In 1959 aanvaardde hij de onthechte levensorde (sannyasa) en begon met zijn meesterwerk – een Engelse vertaling van het Srimad-Bhagavatam, met commentaar. Ook hier deed hij alles alleen: hij kocht het papier, verzorgde de financiën en regelde de publicatie. Binnen een paar jaar had hij het eerste van de twaalf canto’s van het Srimad Bhagavatam gepubliceerd in drie delen. Hij verkocht de boeken zelf via vertegenwoordigers in de grotere Indiase steden.
Oprichting van ISKCON
In 1965 vertrok Srila Prabhupada op 69 jarige leeftijd per boot naar Amerika, waar hij mensen begon te onderwijzen over de vaishnava-traditie. Tussen 1966 en 1968 richtte hij in verschillende Amerikaanse steden tempels op. Ook organiseerde hij in 1967 in San Francisco voor het eerste een Ratha Yatra-festival buiten India. Van 1971 tot 1977 ontwikkelden Srila Prabhupada en zijn leerlingen ISKCON in een wereldwijde organisatie. Overal ter wereld werden tempels, restaurants en boerderijgemeenschappen opgericht, evenals het Bhaktivedanta Institute en het Food for Life-programma. Tussen 1966 en 1977 heeft Srila Prabhupada maar liefst veertien keer de wereld rond gereisd. Ondanks zijn intense schema heeft hij continue schrijven. Zijn boeken zijn nu een waar naslagwerk voor Vedische filosofie, religie en cultuur. Zijn werk is in meer dan 55 talen vertaald, en zijn uitgeverij, de Bhaktivedanta Book Trust is ’s werelds grootste uitgeverij over Indiase religie en filosofie.
Meer informatie op: www.founderacharya.com
Audio lezingen: prabhupada.krishna.com/audio
Filosofie
Wat volgen de toegewijden in ISKCON?
Religie uit zich door middel van cultuur: verschillende gedragsregels die ons helpen beseffen dat we niet dit tijdelijke, stoffelijke lichaam zijn, maar een eeuwige spirituele ziel, dienaar van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods.
Ons bewustzijn uit zich niet alleen in kleding, taal, eetgewoonten en rituelen maar andersom helpen al deze uitingen ook ons bewustzijn te zuiveren en op God te richten. Daarom ziet de vaishnava de verschillende geboden en verboden niet als een beperking, maar eerder als ‘regulerende principes van vrijheid’, zoals ze in de Bhagavad-gita worden genoemd.
Bezoekers die voor het eerst onze gemeenschap bezoeken, schrikken soms en zeggen: ‘Maar jullie mogen dit niet en dat niet en…’ Ja, het is waar, wij volgen vier principes die niet zo gangbaar zijn in de huidige westerse samenleving, namelijk de principes van:
- Reinheid: van lichaam, geest, en ziel.
- Genade: betekent anderen zowel materieel als spiritueel helpen.
- Soberheid: betekent alleen nemen wat we nodig hebben, zonder hebzucht of geweld.
- Oprechtheid: Een eerlijke daad is uiteindelijk de beste gok.
Vedische Geschriften
neergeschreven. Hij verdeelde de Veda’s in de Samhitas (Rig Veda, Sama Veda, Yajur Veda, en Atharva Veda), Brahmana’s, Aranyaka’s, Sutra’s, Purana’s en Upanishads.
De Vedische teksten gaan over uiteenlopende onderwerpen, zoals spirituele ontwikkeling, geneeskunde, landbouw, astrologie en leiderschap.
De belangrijkste overgeleverde werken zijn:
De Bhagavad-gita
De Bhagavad-gita – die 5000 jaar geleden door Heer Krishna is gesproken – is het belangrijkste boek over Vaishnava-filosofie en bevat een samenvatting van de Vedische wijsheid.
De Bhagavad-gita is in wezen een dialoog tussen Heer Krishna en Arjuna, vlak voordat er een verwoestende strijd losbarst. Arjuna wil zijn verplichtingen als krijger opgeven en besluit niet te vechten. Arjuna vraagt Krishna hierop over de betekenis van het leven en wat er gebeurt na de dood.
Onder andere de volgende onderwerpen komen aan bod:
- Het proces van hoe we blijvende vrede en geluk kunnen bereiken;
- Het verschil tussen het lichaam, de ziel en het bewustzijn;
- De voordelen van yoga en meditatie;
- Het belang van kennis en onzelfzuchtig handelen.
De Bhagavad-gita is de essentie van de oude spirituele wijsheid van India en brengt vragen aan bod die filosofen al eeuwenlang stellen.
Het Srimad-Bhagavatam
Het Srimad-Bhagavatam is een episch en literair klassiek werk waarin alle aspecten van menselijke kennis aan bod komen. Vyasa was geïnspireerd om de diepgaande essentie van de Vedische kennis in de vorm van het Srimad-Bhagavatam te presenteren. Het Srimad-Bhagavatam staat ook wel bekend als de ‘gerijpte vrucht’ van de boom van de Vedische literatuur, omdat het de meest complete en gezaghebbende uiteenzetting van Vedische kennis is.
Het Srimad-Bhagavatam begint met de verklaring dat het bedoeld is voor mensen die zich serieus spiritueel willen ontwikkelen en dat er daarom geen sektarische religieuze ideeën, filosofisch giswerk of wereldse bekommeringen in aan bod komen.
Mahabharata
Het Mahabharata is een van ‘s werelds grootste epossen en kan op drie manieren geïnterpreteerd worden.
- Als het verhaal van een koninklijke familie die in een broederoorlog verwikkeld is geraakt. Op dit niveau beschrijft het Mahabharata het belang van kwaliteiten als moed, heldendom en heiligheid.
- Vanuit een ethisch perspectief wordt de oorlog gezien als het eeuwige conflict waar we dagelijks mee geconfronteerd worden: tussen goed en slecht, gerechtigheid en ongerechtigheid, waarheid en leugens.
- Op een spiritueel niveau gaat het over de strijd tussen het hogere zelf en het lagere zelf, de oorlog tussen onze spirituele roeping en de verlangens van het lichaam, de geest, de intelligentie en het ego.
Reïncarnatie
Reïncarnatie is de reis die de ziel leven na leven aflegt van het ene lichaam naar het andere. Letterlijk betekent het “opnieuw een lichaam krijgen”. In de vedische literatuur wordt reïncarnatie uitvoerig beschreven, met name in de Bhagavad-gita:
Zoals men nieuwe kleren aantrekt en de oude opgeeft, zo aanvaardt de ziel nieuwe materiële lichamen en geeft ze de oude en nutteloze op.— Bhagavad-gita 2.22
Changing bodies Verhuizen van het ene lichaam naar het andere verschilt niet veel van veranderen van een baby in een kind, van een kind in een volwassene, en ten slotte in een oude van dagen. Zoals we deze veranderingen in ons huidige lichaam vanzelf ondergaan, zo veranderen we ook vanzelf van lichaam als we heengaan. Wanneer we vrede hebben met dit proces en beseffen dat we een spiritueel wezen zijn dat in “de stad van het lichaam” woont, laten we ons niet in verwarring brengen door de veranderingen die ons lichaam ondergaat en kunnen we werkelijke vrede ervaren. Aangezien de ziel eeuwig is, kan deze cyclus van reïncarnatie ook eeuwig doorgaan. Volgens de Vaishnava traditie moet deze cirkel echter doorbroken worden. Het is niet de bedoeling om verstrikt te raken in de cyclus van geboorte, dood, en wedergeboorte. Als Vaishnava’s het dus over bevrijding hebben, hebben ze het over bevrijding uit deze eeuwigdurende cyclus. Het proces van Krishna-bewustzijn is erop gericht om bevrijd te worden van de moeilijkheden die dit leven met zich meebrengt, en om een eeuwig spiritueel bestaan te verkrijgen. Het geloof in reïncarnatie komt in veel van de spirituele tradities van de wereld voor, met name in oosterse stromingen zoals het boeddhisme, hindoeïsme en taoïsme.
Als u meer wilt weten over reïncarnatie is er het boek Heengaan en terugkomen dat dieper op dit onderwerp ingaat.
Zoals we in ons huidige leven duizenden dromen dromen, is dit leven er slehts een van vele duizenden waarin we terecht zijn gekomen uit het andere, werkelijker leven (…) en keren dan na de dood terug. Ons huidige leven is slechts één van de dromen van dat werkelijker leven, en zo gaat het eindeloos door, tot het allerlaatste, het zeer werkelijke leven – het leven van God. (Graaf Leo Tolstoi)
Om het proces van reïncarnatie volledig te kunnen begrijpen moet men ook iets van karma afweten.
Karma
‘Karma’ betekent ‘activiteiten’. De wet van karma is de natuurlijke wet van actie in reactie, die in de natuurkunde tot uitdrukking komt in de derde wet van Newton: voor iedere actie is er een gelijkwaardige en tegenovergestelde reactie.
In wezen zijn alle zielen goed. Het is dus niet zo dat iemand die een slechte reactie krijgt, in wezen ook slecht zijn. Een ander belangrijk punt is dat karma tijdelijk is. Dus ook al kunnen we nu we ons nu in bepaalde omstandigheden bevinden, die omstandigheden kunnen en zullen in de toekomst veranderen. Karma is tijdelijk en we hebben ook zelf het vermogen ons karma te veranderen of zelfs te vernietigen. Dat is ook het doel van de vaishnava’s: om zowel van ons goede als slechte karma af te komen, want beide verstrikken ons in een herhaaldelijke cyclus van acties en reacties. Zolang we ons in deze cyclus bevinden zullen we zowel geluk als lijden ervaren. Het doel van de vaishnava-traditie is dus om deze cyclus te verbreken en werkelijk, diepgaand geluk en vrijheid te bereiken.
Het begrip karma is nauw verbonden met reïncarnatie.
Vedische Ceremoniën
In vele samenlevingen zijn er bijzondere ceremoniën om de verschillende stadia van het leven te vieren. De hindoeïstische traditie is daarin niet anders en heeft vele traditionele ceremoniën behouden. Het is heel gunstig en toepasselijk om de Vedische ceremonies in de tempel te houden, omdat het heilige en zuivere plaatsen zijn.
Voordelen
Deze ceremoniën kunnen:
- De atmosfeer en relaties zuiveren.
- Gunstig karma versterken.
- Slecht karma uitschakelen en het lichaam, de geest en de ziel zuiveren.
- Het pad van spirituele vooruitgang gladstrijken.
- Een ceremoniële ondersteuning bieden voor spirituele praktijken zoals het chanten van sacrale mantras.
- Een ondersteuning zijn in het algemeen op sociaal, cultureel en spiritueel vlak voor persoonlijke ontwikkeling.
Zo helpen ze het individu en de familie om het uiteindelijke levensdoel, bewustwording van de Absolute waarheid, te bereiken. Het belangrijkste is dat Vedische ceremoniën aansturen op het zingen van de heilige namen van God (harinama-sankirtana). Dit chanten van… Hare Krishna Hare Krishna
Krishna Krishna Hare Hare
Hare Rama Hare Rama
Rama Rama Hare Hare …maakt alle ceremoniën compleet.
Soorten
Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende soorten Vedische ceremoniën die in Radhadesh worden gehouden:
- Huwelijksceremonie: vivaha-havan
- Naamgevingsceremonie: nama-karan
- Eerste graan-ceremonie: anna-prasana
- Onderwijsceremonie: vidyarambha-havan
- Zuiveringsceremonie: avahana-homa
- Intrekceremonie: grha-pravesa
Het huwelijk wordt gezien als het eerste ritueel omdat door de vereniging van man en vrouw kinderen op de wereld worden gezet.
Radhadesh heeft plaats voor 200 gasten voor zowel de ceremonie als in het restaurant – waar je van een heerlijke vegetarische maaltijd kunt genieten na de ceremonie. Bent u geïnteresseerd om een havan bij u thuis of bij ons in de tempel te laten houden door een van onze priesters?
Vegetarisme
Voeding is een belangrijk onderdeel van de Vaishnavacultuur, en koken wordt als een van de schone kunsten beschouwd. De vegetarische keuken van de Vaishnava’s heeft een oosterse oorsprong, en er wordt rijkelijk gebruik gemaakt van kruiden en exotische smaken. In de Vaishnavacultuur is koken een belangrijk onderdeel van de gastvrijheid. En iedereen die wel eens een tempel heeft bezocht – zeker tijdens een festival – kan hiervan getuigen! Wie een tempel bezoekt zal het ook opvallen dat alle gerechten vegetarisch zijn. Vegetarisme is een van de belangrijkste levensprincipes binnen het Vaishnavisme. Er zijn twee principes die in de praktijk worden gebracht door het vegetarisme. Deze zijn:
- Geweldloosheid
- Dienst aan God (Krishna)
Vaishnava’s offeren het bereide voedsel altijd eerst als een dienst aan God . Door dit ritueel wordt het voedsel geheiligd. Bovendien beschrijven de Veda’s dat dit ritueel het voedsel zuivert van al het karma dat is geproduceerd bij het verzamelen en bereiden van de ingrediënten.
Krishna
Krishna is een woord afkomstig uit het Sanskriet en betekent “de meest aantrekkelijke persoon.” Het is een van de namen die de Vaishnava Hindoes gebruiken om God aan te spreken. Krishna wordt beschouwd als de allerhoogste persoon, het toppunt van alle waarheden. Krishna is de allerhoogste bestuurder. Hij heeft een eeuwige, gelukzalig, spiritueel lichaam. Hij is de oorsprong van alles. Hij heeft géén andere oorsprong want Hij is de hoogste oorzaak van alle oorzaken. – Brahma-samhita 5.1
Krishna’s Eigenschappen
Soms denkt men dat omdat God spiritueel is, Hij geen eigenschappen bezit. Maar hoewel Krishna geen materiële kenmerken heeft, is Hij vol van onbegrensde, transcendentale karaktertrekken en die eigenschappen maken Hem aantrekkelijk voor ons. Een van de namen om Krishna te beschrijven is “Bhagavan,” wat betekent “diegene die de zes volheden compleet bezit.” Alleen als iemand deze 6 volheden volledig bezit, kan men Hem als God aanzien. Deze volheden zijn:
- Kracht,
- Roem,
- Rijkdom,
- Kennis,
- Schoonheid
- Onthechting.
Wat voor iemand is God
Alles met betrekking tot God is volledig transcendentaal, of spiritueel. In tegenstelling tot gewone zielen, die een tijdelijk materieel lichaam hebben, verandert Krishna’s lichaam nooit – Hij is eeuwig jong. Omdat God volmaakt is, is er geen verschil tussen Hem en Zijn naam, vorm, daden, eigenschappen, en zo voort. In aanraking komen met om het even welke van deze brengt hetzelfde spirituele voordeel, namelijk zuivering van het bewustzijn. Krishna verscheen 5000 jaar geleden op deze planeet in India, Hij verbleef hier 125 jaar. Hoewel Zijn daden zoals van mensen waren, waren ze ook ongeëvenaard in volheid en macht.
Een volledig begrip van God
Velen hebben het moeilijk om te bevatten dat God een persoon is. Maar de Vedas beschrijven Zijn unieke persoonlijkheid als Zijn hoogste kenmerk. De volgende analogie beschrijft Gods drie verschillende karakteristieken – onpersoonlijk, plaatselijk en persoonlijk. Als we naar een berg kijken vanop een afstand kunnen we alleen zijn vorm en grootte onderscheiden. Dit wordt vergeleken met het begrip van God als Brahman, Zijn onpersoonlijke energie, die van Hem afstraalt zoals licht dat zich vanuit zijn bron verspreidt. Als we dichter komen, kunnen we sommige eigenschappen beginnen herkennen; zoals bijvoorbeeld de kleur van het gebladerte van de bomen op de hellingen. Dit wordt vergeleken met het begrip van God als Paramatma, of de Superziel, die in ons hart huist.
Wanneer we dan de berg zelf beklimmen, kunnen we de plantengroei, de riviertjes en andere eigenschappen ontdekken. Dit wordt vergeleken met het begrip van God als Bhagavan, als persoon. Zo kan worden begrepen dat Bhagavan de bron is van Brahman en Paramatma en in zekere zin één met hen is, hoewel Hij altijd Zijn persoonlijke identiteit behoudt.
Krishna’s Energieën
Hoewel Krishna onzichtbaar is voor ons in onze voorlopige situatie, kunnen we Zijn aanwezigheid gewaarworden via Zijn energieën, die alomtegenwoordig zijn. Ook al zijn ze ontelbaar, toch kunnen ze opgedeeld worden in drie categorieën:
- Innerlijk (eeuwig, spiritueel),
- Uiterlijk (tijdelijk, materieel),
- Marginaal (zielen die in wisselwerking staan met ofwel Zijn spirituele of materiële energie).
Bronnen
Terwijl men mijmert over al het voorgaande, kan men zich afvragen, “Waar halen jullie deze informatie vandaan?” Naast Krishna’s eigen woorden in de Bhagavad-gita, wordt God uitgebreid beschreven in de Vedas (heilige geschriften uit India). Ook Zijn expansies, incarnaties en vermaak kunt u er in detail beschreven vinden.